Vragen? Bel ons van 9:00 tot 17:00 op 0522 20 21 20 

Waarom kiezen voor een seniorvoeding voor je hond?

Wanneer een hond ouder wordt veranderd het lichaam en de dagelijkse bezigheden van de hond. Daarnaast hebben oudere honden een grotere kans op gezondheidsproblemen. Door een speciale seniorvoeding te geven kan dit een positieve invloed hebben op:

Het gewicht

Oudere honden zijn minder actief en hebben daarom minder calorieën nodig. Overgewicht is erg gevaarlijk voor oudere honden en vergroot het risico op o.a. artrose en diabetes. Seniorenvoeding bestaat uit een optimaal vetgehalte en dierlijke eiwitten van hoge kwaliteit.

Vacht

Oudere honden kunnen soms niet voldoende vetzuren (gammalinoleenzuur – GLA) produceren waardoor hun vacht minder glanzend wordt. In seniorenvoeding zit daarom de juiste hoeveelheid vetzuren (GLA, Omega 6 en/of Omega 3) om de gezondheid van de vacht te bevorderen. Deze vetzuren bevorderen bovendien het natuurlijke genezingsproces van de huid.

Spijsvertering

De darmfunctie van oudere honden verandert. Het aantal goedaardige bacteriën neemt af en het aantal schadelijke bacteriën neemt toe. In seniorenvoeding zitten twee belangrijke vezelbronnen: fructooligosacchariden (FOS) en bietenpulp. Deze vezelbronnen bevorderen de toename van goedaardige darmbacteriën en vermindert de kans op obstipatie.

Weerstand

De weerstand van oudere honden verslechterd. De hoeveelheid witte bloedcellen neemt af. Om het immuunsysteem van je oudere hond te ondersteunen bevat seniorvoer een hoog vitamine E en bètacaroteen gehalte. 

Hart en nieren

Iedere oudere hond heeft beschadigd nierweefsel, dit betekent echter niet dat iedere hond nierpatiënt is/wordt. Pas wanneer 65% van de nieren beschadigd is ontstaan er problemen. Om het gezonde nierweefsel vitaal te houden en te ontlasten is het belangrijk dat de voeding een laag zout- en fosforgehalte heeft. Een zoutarme voeding ontlast tevens het hart.

Gewrichten

In sommige seniorvoeding zit ook nog extra glucosamine en chondoroitine. Dit zijn voedingssupplementen die ontstekingen en het verval in gewrichten tegengaan.

Vanaf wanneer geef je seniorenvoeding?

Wanneer een hond senior genoemd kan worden verschilt per ras, maar ook per dier. Je eigen hond is dus de beste richtlijn, zijn gedrag, gezondheid en energieverbruik bepaalt of hij toe is aan een seniorvoeding. Over het algemeen zijn grote hondenrassen (6 jaar) eerder toe aan seniorvoeding dan kleine hondenrassen (7/8 jaar).

Hoe vaak en hoeveel?

Voor een oudere hond is het belangrijk dat hij/zij op een vast tijdstip voeding krijgt. De voorkeur is om een bepaalde hoeveelheid voeding af te meten en je hond tweemaal per dag een maaltijd te geven. Op de zak voer of het blik staat vaak precies hoeveel voeding er wordt aangeraden.

Dierenarts

De dierenarts kan een passende voeding voor jouw hond adviseren.