Vrijwel iedere kat krijgt één of meerdere keren in zijn leven te maken met een wormenbesmetting. Bij de geboorte via de moedermelk kunnen er al wormen worden overgebracht. Maar ook in de omgeving kan je kat besmet raken via de uitwerpselen van een besmet dier, via het eten/vangen van een besmette prooi of door het innemen van wormeneitjes en –larven uit de omgeving. Ook andere parasieten zoals ...
Vrijwel iedere kat krijgt één of meerdere keren in zijn leven te maken met een wormenbesmetting. Bij de geboorte via de moedermelk kunnen er al wormen worden overgebracht. Maar ook in de omgeving kan je kat besmet raken via de uitwerpselen van een besmet dier, via het eten/vangen van een besmette prooi of door het innemen van wormeneitjes en –larven uit de omgeving. Ook andere parasieten zoals vlooien kunnen een wormbesmetting overdragen aan je kat. Een wormbesmetting is meestal onzichtbaar omdat de worm zich verstopt in het lichaam van jouw dier. Een volwassen kat met een wormenbesmetting heeft soms een wat dunne ontlasting (met bloed), braakt, heeft gewichtsverlies, een slechte conditie en een doffe vacht.
Geadviseerd wordt om jouw kat minimaal vier keer per jaar te behandelen zodat wormbesmettingen niet uit de hand kunnen lopen. In sommige gevallen is het echter nodig om vaker te ontwormen, bijvoorbeeld bij bezoek aan het buitenland of bij katten die regelmatig jagen of die vers vlees te eten krijgen. Vraag je dierenarts om een advies op maat!